g a a n d e w e g 300 pagina's 23,8 x 15,5 cm |
Te voet, van het vlakke Nederland over de hoge bergen naar een klein plaatsje in Zuid-Zwitserland. Daar werkte ik als kunstenaar in 2010 drie maanden in een gastatelier en zag mijzelf vanaf het balkon aan komen lopen. Het duurde zeven jaar eer ik de eerste stap zette en nog eens zeven jaar voor ik er aankwam. Noodgedwongen veel hoofd-wandelend, wordt het ook een innerlijke reis en merk ik hoe herinneringen zich met de werkelijkheid bemoeien en dat waarnemingen niet per se waar zijn. Hoe mijn lichaam een ecosysteem op zich is, onderworpen aan dezelfde natuurwetten als alle andere verschijningsvormen van leven. Als je zelfs in je denken afhankelijk bent van biologische processen in het lichaam, in hoeverre kun je dan nog autonoom zijn in je beslissingen? Wordt zoiets ook door de wetenschap onderzocht en hoe verbeelden zij dat dan? Ik meld me aan bij het UMC als proefpersoon bij een hersenwetenschapper. Ondertussen verdiep ik me in de geschiedenis van het gaan; van nomadische jager/verzamelaar naar landbouwer, van de Middeleeuwse beroepspelgrim tot Swiebertje. Hoe de aristocratie het recreatief wandelen uitvond en er in Engeland een ware revolutie nodig was voor the right to roam. Een verhaal dat doorloopt, ook als ik stil sta, er niet meer zal zijn.
|