terug
terug
|
2015 10 10 Kopzorgen
en hoofdzaken
Het is al best lang geleden, dat er voor het eerst een venijnige steek
door mijn hoofd schoot. Maar tijd is een rekbaar begrip als er pijn mee
gemoeid is. Als je een paar dagen pijnvrij bent, is het alsof er nooit
iets gebeurd is, iets uit een heel ver verleden dat je het liefst zo snel
mogelijk vergeet. En is de pijn daar, dan is hij er, onontkoombaar en
voor eeuwig. Het was tijdens een ontspannen wandelingetje met mijn zoon
Daniel, Janneke en onze kleindochter (ik dacht al drie jaar, Daniel dacht
nog maar een jaar geleden) en omdat de pijn niet aanhield, schonk ik er
verder geen aandacht aan. Het zal wel een koudje zijn, dus muts op. Maar
het kwam terug en op den duur steeds vaker en soms hield de pijn ook langer
aan. Een vreemde wringende pijn, die begint met een trillerig gevoel in
de rechter bovenkant van mijn kop. Dan schiet hij opeens met een enorme
felheid naar binnen. Stekend geweld, waarbij ik met een kreungilletje
met beiden handen naar mijn hoofd grijp. Als het weg is, voel ik me weer
gewoon en schaam ik me zelfs een beetje voor mijn overdreven reactie.
Alsof er niets gebeurd is en ik het alleen maar verzin. Toch vertrouw
ik mijzelf en vooral het lichaam niet. Ik heb het al eerder meegemaakt,
dat het niet klopte. Een dokter, die zei dat ik levensbedreigend ziek
was, terwijl ik me op dat moment juist goed voelde. Nu is dat andersom,
maar toch… Zou er niet stiekem zo’n gemeen klein tumortje
ergens in mijn hoofd aan het feesten zijn? Uiteindelijk stapte ik na wat
uitstel pas in januari dit jaar naar de huisarts, die me doorverwees naar
de neuroloog. De scan vertelde, dat er niks aan de hand was. Geen tumor,
geen poliepjes, zelfs geen voorhoofdsholteontsteking en de hersenpan bleek,
gezien mijn leeftijd, nog goed gevuld. Niets om me zorgen om te maken.
Ook de kleine ongecontroleerde hoofdschudbeweginkjes die ik de laatste
jaren steeds vaker maak, schijnen een onschuldig ouderdomsverschijnsel.
Maar misschien is er een relatie tussen die twee en probeert u het
schudden onbewust te beheersen en heeft u daardoor last van spanningshoofdpijn.
Na enkele maanden pijn negeren, toch maar weer terug naar de dokter om
een verwijsbrief te vragen voor de fysiotherapeut en een eventuele slaapcursus.
Want dat was een ander probleem, dat eindeloze wakker liggen. Slapen hoe
doe je dat? Van mijn goede vriend Michiel kreeg ik het advies doe
waar je zin in hebt en je slaapt als een roos. Maar zo eenvoudig
is dat niet, doen waar je zin in hebt. Het liefst ben ik buiten, de wijde
wereld om me heen voelen, de zon op mijn huid, de kleine geluidjes van
wadvogels. In beweging zijn, lopend langzaam een landschap leren kennen.
En ook doe ik graag. Met mijn handen de klei tot gestroomlijnde vormen
aaien. En woorden stapelen tot verhalen. Zowel de beelden als de teksten
zijn een registratie van mijn bestaan. In overzichtelijke vakjes zodat
ik alles terug kan vinden, beheersbaar en ook toonbaar voor de ander.
Opgevoed met werkplicht en schuldgevoel heb ik veel last van heilig moeten.
Bij alles wat ik doe, is ergens die ander. Waardering houdt me gevangen.
Slechts in eenzaamheid ben ik onafhankelijk en vrij. Alles in de gaten
houden, zowel de ander als mezelf. Overgeven is een vies woord. Ik kan
het niet. Overgave is een vorm van binnenste buiten zijn, alle verlangens
blootgelegd. Het is zo intiem, dat ik het vaak niet aan durf. Mijn hoofd
is mijn meeste ik. Daar zetelt mijn identiteit. De koppijn kan soms zo
heftig zijn, bijna een soort doodgaan. Ziekte als excuus om niet te hoeven
leven? Zou slapeloosheid doodsangst zijn? In doodgaan ben ik vast ook
niet goed. Het bestaan begon van me af te glijden. Het kronkelen in
hoofd en ingewanden. Hoe krijg ik de wereld genegeerd? Gedachten spetteren
naar alle kanten. In het wakker liggen, raak ik bezeerd. Tong strak tegen
tanden. Ik weet het, helemaal verkeerd. Altijd wel een oorzaak voorhanden,
maar hoe krijg ik in godsnaam die slapeloosheid afgeleerd?
De Cranio faciaal (fysio)therapeut wringt mijn hoofd uit en kneedt, drukt,
duwt mijn schedel, nek en wangen tot achterin bij mijn keel. Hij is ervan
overtuigd, dat het spanningshoofdpijn is, die wordt veroorzaakt door een
onbewust klemmen van de kaken. Kiezen op elkaar. Binnen vier keer zou
ik overal vanaf zijn. Nu twee maanden later is het zo erg dat de hoofdpijn
soms een hele week aanhoudt, dan weer een paar dagen wegblijft en het
begint weer opnieuw. Vaak drie keer per dag, steken van enkele seconden
tot een half uur knetteren. Hoofdpijn als een kuil waarin de pijn zich
verzamelt en dan langzaam kruipend naar binnen werkt en doorsijpelt tot
in de kleinste uithoekjes aan de binnenkant van mijn hoofd. Ook word ik
soms ’s nachts wakker met koppijn. Vruchteloze concentratie
steekt in pijnlijke scheuten en weet me van binnen uit te wringen. Hoe
zeer ik mijn best doe, voel ik aan mijn wangen. Och arm pijnhoofd, kon
ik jou maar vervangen.
Ik verdraag mijn lichaam als een lastig dier, dat gromt en wispelturig
hulpeloos maakt.
Na het intakegesprek met de psychologe voor de slaapcursus bleek het echte
probleem de kopzorgen te zijn. Ik ben met mediteren en een ontspanningscursus
begonnen. Het lijkt wel wat op elkaar. En ik merk, dat de koppijn –
hij is er wel- door mij als minder heftig ervaren wordt. Maar ik wil begrijpen
waarom hij er is en eerst niet. Wat is het? Wat wilt het van me? En hoe
kan ik daar door leef- en eetgewoonten misschien iets aan veranderen?
Is dat soms de bedoeling? Je zorgen op schoot nemen en koesteren als een
lastig maar toch goedbedoelend lief kind. Moeilijk hoor. De ademhaling
volgen. Aandacht geven zonder te denken. Want zodra mijn hoofd er zich
mee bemoeit, neemt die de leiding over en weet het stuurloze lichaam zich
geen raad. Hoe moet dat ook alweer? bloed rond pompen, cellen delen, adem
in adem uit… Net als autorijden, dat kan ik ook het beste met een
beetje afleiding. Het woord zegt het al, eigenlijk moet het auto-matisch
gebeuren terwijl een muziekje je gedachten meeneemt op associaties en
herinneringen. Anders haal ik die zijstraat niet. Afremmen… oh nee
eerst in de spiegel kijken, richting aangeven, dan pas afremmen, terug
schakelen, sturen en dan nog op de andere weggebruikers letten, de borden
en de spelregels…. Een passagier erbij met wie je een gesprek moet
voeren vind ik onmogelijk. Maar ooit, die ene keer met toch één
biertje op, heb ik zo relaxed en geconcentreerd gereden.
En wat te denken van toen ik vroeger voor de spiegel mijn tong terug in
mijn mond stond te duwen en hij telkens weer naar buiten floepte. Ik had
bedacht dat met de beugel die tong er niet meer bij in mijn mond paste.
Natuurlijk werd ik gepest toen ik kwijlend in de klas zat met een tong
uit mijn mond. Dus bij nader inzien… met iets meer moeite…
lukte het uiteindelijk wel. Is dat met die hoofdpijn ook zo? Moet het
gewoon iets erger worden voor ik die kop kan uitschakelen.
voor beelden over hersenen en het zenuwstelsel klik
hier
Nawoord: Na anderhalf jaar verdween die regelmatig terugkerende
koppijn even plotseling als hij ooit was komen opdagen.
Mijn neurologe vermoedt, dat het misschien een beknelde of ontstoken zenuw
is geweest.
|