terug
terug
|
Naar
aanleiding van een werkperiode van drie maanden (oktober, november en
december 2010) in het gastatelier van FCAB
(Foundazione Casa Atelier Bedigliora) in Zwitserland heb ik het
boek alle tijd gemaakt met tekst (ongeveer 21000 woorden)
en vele foto’s (ongeveer 60 afbeeldingen in kleur) over mijn ervaringen
daar.
Het is een prima plek om ongestoord
te werken en juist het alleen-zijn zorgde voor een goede concentratie.
Het jaargetij herfst met zijn vele veranderingen in licht, kleur en structuur
is van grote invloed geweest op mijn experimenten met het voor mij relatief
onbekende materiaal textiel.
Daarnaast heb ik
er het werk schaduwleven gemaakt, dat al langer in mijn schetsboek
lag te wachten op een goed moment om het te verwezenlijken.
Foto's van mijn schaduw op het strand zijn geprint op lappen van transparante
zijde (per stuk 200 x 135 cm.).
De titel verwijst ook naar de onbewuste processen in je lichaam. Zo heb
ik op deze zijde lappen in diverse textieltechnieken acht lichaamstelsels
weergegeven: het hormonen-, zenuwen-, bloedvaten- , lymfe-, ademhaling-,
spijsvertering-, bot- en spierstelsel.
De voiles zijn zo licht dat ze met elke beweging in de ruimte meebewegen,
fragiel en vluchtig. Als het werk van opzij belicht wordt, werpen de geborduurde
of geappliceerde delen op hun beurt een schaduw. Als dit door daglicht
gebeurt zullen in de loop van de dag en ook met de seizoenen de schaduwfiguren
telkens anders zijn, net zo veranderlijk als het leven zelf. Een hedendaags
vanitas beeld.
Naar afbeeldingen te gaan van de eindpresentatie.
Naar
afbeeldingen te gaan van het project schaduwleven.
De zeer arbeidsintensieve,
herhalende handelingen pasten goed in de ontwikkeling, die ik daar doormaakte.
Mijn dagelijkse notities geven een helder beeld van de steeds intensievere
observaties en het proces van bewustwording. Dit wordt versterkt door
tekst en afbeeldingen samen te brengen.
Hieronder een paar tekstfragmenten :
14-10
(…) Waar ik het meest aan moest denken was een geel blaadje hangend
in de lucht dwarrelde ze niet verder. Wel één en al beweging,
tollend om haar as. Af en toe tochtte ze een beetje opzij. Een gevangen
moment waar vergankelijkheid en eeuwigheid elkaar naderden. Opeens was
het duidelijk hoe te beginnen met de botten die ik van de dekens wilde
maken. Als eerste het vrouwelijke bekken in vrolijke kleuren, gevuld met
zachte warme schapenwol, waar je je hoofd in kan steken als een heerlijk
nekkussen. Dus de boeken van dokter Jan erbij gehaald, maar wat is het
bekken een ingewikkelde vorm. Ik zou eigenlijk een geraamte te pakken
moeten krijgen op ware grootte. (…) Erna heb ik de snippers dekens,
die ik over had van de eerder gemaakte beelden, opgerold tot een soort
buisjes en ontdekt dat je tijdens het vastnaaien nog heel veel kan sturen
en ze zo alle kanten op kan laten krommen. De verdere dag Rinies oude
indianendeken, waar ik ook ovalen uitgeknipt heb en die nogal dun en dus
slap is, gaan oprollen, aan elkaar naaien en soms opvullen. Het ziet er
heel organisch en kleurig uit.
16-10
Ik ben hier om een nieuwe omgeving te ontdekken en een nieuw materiaal,
maar wat ik vooral tegenkom zijn mijn eigen beperkingen. Als ik mijn keel
schraap zoekt het stof een weg door mijn kop en blijven mijn gedachten
buiten hangen. (…) De buitenwereld is gevuld met mist. Halverwege
de middag worden de eerste bomen weer zichtbaar. Een regensluier zet de
voorste boom in rook tot alle kleur verdwijnt. De regen trekt voorbij
in een trage ademhaling, de boom gaat in …. de boom gaat uit, de
boom gaat in … uit, …in… uit….
4-11
Van de opwinding vroeg wakker en natuurlijk een kwartier te vroeg al bij
de bushalte. Bij de kabelbaan bijna weer een half uur moeten wachten eer
hij vertrok. Het was niet echt helder. Op de meren lag een dik pakket
nevel. Gek genoeg was het daar boven wel weer helderder. Bij de dorpen
glinsterden wiebelige lichtjes alsof er overal spiegels stonden. (…)
Ik had het toch verkeerd begrepen. Je kon de graatwandeling wel doen,
maar alleen niet het laatste stukje van Monte Tamaro, omdat daar nog sneeuw
ligt. Dus nam ik me voor zo ver mogelijk te gaan, maar uiterlijk half
een weer bij de lift, omdat ik dan nog terug moest wandelen naar huis.
Als ik dat geweten had, had ik gewoon weer een retourtje genomen. Maar
achteraf heb ik er totaal geen spijt van want het was een prachtige afdaling.(…)
Wat ben ik toch een schijter, dat ik mezelf zo lang moet voorbereiden
eer ik zoiets doe, alleen. Ik had in ieder geval een keer moeten gaan
toen het zo ontzettend helder was. Wie weet, als het nog een keer zo is,
probeer ik vanaf huis te klimmen en kijk hoe ver ik op een dag kan komen.
Ik heb wel een eigen top beklommen de Pne di Breno 1634. (…) Boven
heb ik op het steenmannetje met een potlood mijn naam en datum in de vogelpoep
gekrast. Blijkbaar wilde ik het toch op de een of andere manier aan de
wereld mededelen. Weer terug bij het kruis van Monte Lema zag ik in het
gras een zelfde soort ribbels als op het strand in het zand. Zou het ook
met wind te maken hebben?De sneeuwgrens van de bergen in de verte is zo’n
rechte lijn alsof iemand de aarde even ondersteboven in een bakje glazuur
heeft gedoopt. De zon was warm, een zuidelijk windje, zwoel bijna in de
algehele loomheid en stilte. Ik heb een tijdlang op mijn rug naar de trage
minieme veranderingen in de wolken liggen kijken voor ik aan de lange
afdaling begon. Zo van bovenaf gezien herkende ik het google earth landschap.
Grote handen hadden diepe voren in de helling getrokken, erosiesporen.(…)
De tocht naar beneden was een soort opeenvolging van de verschillende
bosmodellen. Eerst de berken juweeltjes, zo ijl en teer, terwijl hun huid
soms zo doorleefd en verweerd kan zijn. Zilveren stammetjes en gouden
kronen met opschot van varens, die soms nog groen waren of bruin of helemaal
uitgebleekt, wit bijna. Als veertjes, zo’n opgelucht, feestelijk
bos. Heel wat anders dan wat je erna kreeg, grijze beukenstammen in een
dik donker bladerdek waar je telkens diep in wegzakte en soms op uitgleed.
Geen frivole onderbegroeïng en de bodem was in lange banen gegolfd
zoals onze elzemeetjes. (…) Toen kwam het ijle Lariksbos, de berk
onder de dennen. Maar dan met zulke hoge rechte stammen. Het werd op den
duur te donker om nog te fotograferen, maar in de euforie van de vermoeidheid
vond ik alles even prachtig. Zelfs de foto waarop een takje vier keer
te zien was, zo erg had ik het toestel bewogen tijdens de lange sluitertijd.
De hele afdaling was eigenlijk één prachtig herfststukje.
(…)
5-12
Nu ik de datum typ, zie ik dat het Sinterklaas is. Ik heb vandaag inderdaad
een prachtig geschenk gekregen: het woord Geherin. Eigenlijk
zei Anna-Barbara een hele zin, die mooi was; Ich möchte gerne
eine Geherin werden. Er zit zo veel verlangen in en is eigenlijk
ook zo romantisch. Maar tegelijkertijd pretentieloos en open, gewoon gaan
en je ziet wel waar je komt. Er is beweging, een verplaatsing van A naar
B, en toch is het heel anders dan bij een reiziger. Dit moet je zelf doen,
met je eigen benen. Het is zo dicht bij jezelf en vol beloftes. Ja, dat
wil ik ook, en als ik ga ben ik gelukkig.
20 – 2 Nawoord 3 Over de titel
Eerst was het Geherin. Als je dat op zijn Nederlands uitspreekt,
lijkt het in een soort kindertaaltje de voltooid verleden tijd van herinneren.
En hoe tegenstrijdig het ook klinkt, ik kreeg daar in Bedigliora nieuwe
herinneringen. Waarschijnlijk juist door het wandelen, wat niet alleen
veel kijken en in me opnemen was, maar ook een vorm van leeglopen. Een
leeg hoofd bereikt sneller zijn bron. Maar het bleef toch niet helemaal
lekker klinken.
Toen werd het gaan. Er op uit en er op in. Naar buiten en naar
binnen. Wandelen en werken. Het werken zelf had ook twee bewegingen, doen
en denken. Maar gaan impliceert actie, terwijl het juist de leegte was,
die mijn leven daar zo wezenlijk anders maakte. Het ongestoord zijn, niet
afgeleid door afspraken, verwachtingen waar je aan moet voldoen, de rollen
die je hebt in je leven, het brood wat op de plank moet komen. Daardoor
krijg je thuis vaak het gevoel geleefd te worden. De lege tijd maakte
me in het begin zenuwachtig en onrustig. Maar de logica van lichaam en
directe omgeving (met name vooral het weer) bepaalde mijn dag. De rust
overal de tijd voor te kunnen nemen, maakte me zoveel meer mens. Hier
had ik de tijd aan mezelf, alle tijd.

|